Soms is het interessant om ons recht te vergelijken met het recht in andere landen. Misschien nog wel interessanter is, hoe het recht in de praktijk in zijn werk gaat op Curaçao, dat onderdeel uitmaakt van het koninkrijk.
12 april 2017
In deze blog behandel ik hoe het gerecht in eerste aanleg van Curaçao omgaat met de vraag of iemand opdrachtnemer of werknemer is. In Nederland is het de afgelopen jaren vooral gegaan om procedures van pakketbezorgers van PostNL. Op Curaçao ging het om een pro-golfer en een bewaker.
Of het leuk is op Curaçao te werken als rechter of rechtshulpverlener weet ik niet. Lekker weer en strand in de nabijheid spreekt tot de verbeelding, maar er moet ook gewerkt worden, hopelijk met airconditioning. Na een potje golf op een benedenwinds eiland, dat net zo spannend zal zijn als op The Old Course in Schotland, is het vast prettig vonnis te wijzen of te pleiten.
De eerste zaak die ik behandel werd beslecht in 2016. Een professioneel golfer werd in 2002 door de Curaçao Golf en Squash Club ingehuurd voor het geven van golflessen en het exploiteren van een golfwinkel. Partijen hadden afgesproken geen arbeidsovereenkomst aan te gaan, maar een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten (lees: overeenkomst van opdracht) door en voor rekening en risico van de Golf Professional.
Met ingang van september 2007 startte de progolfer, naast de golflessen en de exploitatie van de Golfwinkel, met de zogenaamde baansupervisie. Hij werd daarmee verantwoordelijk voor het naar zijn inzicht organiseren en onderhouden van de golfbaan. Per maand werd in verband daarmee door de Club aan de progolfer NAf 2.000,- (de Nederlands-Antilliaanse gulden) betaald.
In 2012 werd een andere progolfer ingehuurd voor de lessen en de golfwinkel, maar bleef de betrokkene wel belast met de baansupervisie, totdat hij voor die werkzaamheden werd opgezegd per 1 januari 2016.
Daar was hij het niet mee eens en hij vorderde doorbetaling van loon en ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een vergoeding. De golfclub stelde dat er geen arbeidsovereenkomst was en dat de overeenkomst van opdracht met inachtneming van de geldende opzegtermijn was opgezegd.
De rechter toetste de elementen, persoonlijke verplichting tot arbeid, loon en gezagsverhouding. Dé elementen die allen aanwezig moeten zijn om een arbeidsovereenkomst aan te kunnen nemen.
Aan het eerste element was voldaan. De rechter vond echter niet dat er loon is betaald. De progolfer ontving een vast bedrag van NAf 2.000,- per maand. Hij leverde in dat verband, in ieder geval vanaf de maand juni 2015 tot en met december 2015, facturen aan. De facturen bevatten een CRIB nummer (in Nederlandse begrippen een BTW-nummer) en bevatten telkens een bedrag van NAf 120,- aan omzetbelasting (OB). Dit duidt voor de rechter niet op loon in de zin van een arbeidsovereenkomst, maar op betalingen in het kader van een overeenkomst van opdracht.
De progolfer vond dat er een gezagsverhouding was, omdat hij verantwoording schuldig was aan het bestuur betreffende de baansupervisie. Ook zegt hij verantwoordelijkheid af te moeten leggen aan het bestuur, met name aan de baancommissaris, zoals uit een mail bleek.
Het bestuur op zijn beurt zegt dat de progolfer is aangetrokken als professional die de vereniging adviseerde en niet in een gezagsverhouding stond tot de vereniging en/of de baancommissaris.
De baancommissaris verklaarde op zitting dat de progolfer het aan hem mededeelde als de progolfer op vakantie ging en geen toestemming aan hem vroeg. Ook kon hij in de ogen van de baancommissaris ieder moment stoppen met zijn activiteiten in het kader van de baansupervisie. Volgens de baancommissaris zei de progolfer ook weleens dat hij niet wist welke opportunity hij morgen zou krijgen. Dat werd zo door de baancommissaris opgevat dat de progolfer op ieder door hem gewenst moment kon opstappen.
De rechter vond, dat het feit dat de progolfer verantwoording schuldig was aan het bestuur in het kader van baansupervisie, op zichzelf niet op een gezagsverhouding duidt omdat dit ook in het kader van een overeenkomst van opdracht van een opdrachtnemer kan worden gevergd.
Verder overweegt de rechter dat de overeenkomst betreffende de baansupervisie is ontstaan toen partijen al jaren met elkaar samenwerkten op basis van de Golf Pro overeenkomst, die - zo is tussen partijen niet in debat - moet worden aangemerkt als een overeenkomst van opdracht. Als partijen een andere rechtsverhouding voor ogen had gestaan met betrekking tot de baansupervisie, zou het voor de hand hebben gelegen als dat ook daadwerkelijk zo was afgesproken. Dit is echter niet gebleken.
De rechter merkte de overeenkomst die werd opgezegd daarom aan als overeenkomst van opdracht. Wel was de rechter van oordeel dat een te korte opzegtermjn was gehanteerd en diende aan de progolfer nog NAf 6.000,- betaald te worden.
Fundashon Parke Tropikal
De tweede zaak die ik behandel werd afgewikkeld in 2017.
Parke Tropikal had sinds 2006 een bewaker ingehuurd tegen een beloning van NAf 8,00 per uur. De bewaker declareerde zijn uren bij Parke Tropikal, waarna Parke Tropikal het totaalbedrag voor die uren aan hem betaalde.
In 2014 startte de bewaker de eenmanszaak genaamd Quality First Security. Hij heeft verschillende werknemers in dienst genomen die, als bewaker, werkzaamheden voor Parke Tropikal hebben verricht. In verband met een tussen de bewaker en twee van zijn werknemers gerezen arbeidsconflict is er onder Parke Tropikal executoriaal derdenbeslag gelegd op alle aan de bewaker toekomende gelden.
Dat leidde eroe dat Parke Tropical bij brief van 11 oktober 2016 aan de bewaker heeft bericht, dat ze zich verplicht ziet de “relashon di trabou” tussen Quality First Security en Parke Tropikal “por immediato” te beëindigen om vier redenen, die in de brief nader zijn omschreven.
De bewaker vindt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, acht het ontslag nietig en vordert achterstallig loon en subsidiair een vergoeding vanwege kennelijk onredelijk ontslag.
Parke Tropikal zegt dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, maar van een overeenkomst van opdracht. Overeengekomen is dat de bewaker diensten zou verrichten voor NAf 8,00 per uur inclusief omzetbelasting. Parke Tropikal heeft de samenwerking met de bewaker en zijn eenmanszaak beëindigd en kunnen beëindigen, omdat hij door het arbeidsconflict met zijn werknemers niet meer kon garanderen dat de aangeboden diensten werden verricht.
Op zitting stelde de bewaker – naar aanleiding van het verweer van Parke Tropikal dat er sinds 2006 sprake is van een overeenkomst van opdracht – dat het begon als een opdracht en dat hij wel een arbeidsovereenkomst had. Een onderbouwing met feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat partijen bij het aangaan van de rechtsverhouding een arbeidsovereenkomst voor ogen stond, was er volgens de rechter echter niet. Nu de bewaker er zelf ook vanuit gaat dat het “begon” als een opdracht, vindt de rechter dat partijen bij het aangaan van de rechtsverhouding geen arbeidsovereenkomst voor ogen stond.
De rechter acht in dit verband allereerst van belang dat de bewaker van meet af aan zijn uren bijhield en vervolgens declareerde bij Parke Tropikal, waarna zij het totaalbedrag in beginsel aan hem betaalde. Ook is van belang dat de bewaker in 2014 de eenmanszaak Quality First Security heeft opgericht. Sindsdien zijn de gewerkte uren (en die van de werknemers van Quality First Security) bij factuur van Quality First Security aan Parke Tropikal in rekening gebracht. Deze wijze van (aanvankelijk) declareren door de bewaker en (later) factureren door Quality First Security, duidt niet op loon op basis van een arbeidsovereenkomst, maar op betalingen in het kader van een overeenkomst van opdracht, zoals Parke Tropikal ook heeft gesteld.
De rechter ziet ook geen gezagsverhouding. Parke Tropikal heeft betoogd dat zij de bewaker geen enkele aanwijzing c.q. instructies heeft gegeven. Hij verrichtte zijn werkzaamheden met een grote mate van zelfstandigheid. Hij bepaalde zijn eigen werkuren en die van zijn werknemers. Hij hoefde ook geen toestemming van Parke Tropikal te vragen om niet te komen werken, aldus Parke Tropikal. Dit werd allemaal niet betwist door de bewaker.
Alles afwegend achtte de rechter geen arbeidsovereenkomst aanwezig. De bewaker heeft nog gesteld dat hij in de loop der jaren Parke Tropikal herhaaldelijk heeft verzocht om een verhoging van het uurtarief en om toekenning van vakantiegeld en een SVB kaart (dat is de bank voor de sociale zekerheid op Curaçao) en dat men hem steeds heeft voorgehouden dat het geregeld zou worden als het financieel beter zou gaan met de stichting. Dat maakte het oordeel van de rechter niet anders, omdat daaruit niet blijkt dat partijen een arbeidsovereenkomst hebben gesloten, dan wel zich gedurende de jaren waarin de bewaker werkzaamheden verrichtte hebben gedragen alsof tussen hen een arbeidsovereenkomst bestond. Alle vorderingen van de bewaker werden afgewezen.
Conclusie kan zijn dat de rechter op Curaçao niet wezenlijk anders oordeelt dan in de polder. Niet zo gek, aangezien de regelgeving niet afwijkt van de regels in de polder. Wel roept dat de vraag op of het niet eens aardig is om met Ledenvoordeel FNV een reis te boeken naar Curaçao en eens een zitting te bezoeken. Dit uiteraard pas nadat eerst de Curaçao Golf en Squash Club en Parke Tropikal zijn bekeken.