In het tweede kwartaal van 2025 constateert de Kamer van Koophandel opnieuw een toename in het aantal bedrijven dat stopt. Tegelijkertijd daalt het aantal nieuwe ondernemingen. Hierdoor vlakt de groei van het totaal aantal bedrijven al twee jaar op rij af.
Op 30 juni 2025 stonden er 2.588.747 ondernemingen geregistreerd in het Handelsregister van de KVK. Dat is een stijging van 1,2% ten opzichte van een jaar eerder, het laagste groeipercentage in tien jaar. Wat opvalt: beginnende ondernemers kiezen steeds vaker voor de rechtsvorm besloten vennootschap (BV).
Het aantal starters dat een BV opricht, blijft stijgen. In het tweede kwartaal van 2025 ging het om 10.611 nieuwe BV’s, een stijging van 21% ten opzichte van dezelfde periode in 2024. Een mogelijke verklaring hiervoor is de aangescherpte regelgeving voor eenmanszaken, met name rondom de aanpak van schijnzelfstandigheid.
Jurist en contentredacteur Sergej Schuurman van de KVK licht toe: “Er leeft het idee dat je met een BV buiten schot blijft bij de beoordeling op schijnzelfstandigheid. Dat klopt echter niet. De criteria zijn voor zowel eenmanszaken als BV’s gelijk. Zo mag er bijvoorbeeld ook bij een BV geen sprake zijn van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.”
Een BV kan aantrekkelijk zijn wanneer de onderneming voldoende winst maakt om de hogere kosten en extra administratie te rechtvaardigen. “Vanaf een bepaald winstniveau kunnen de fiscale voordelen van een BV opwegen tegen die van een eenmanszaak,” aldus Schuurman. “Tegelijkertijd brengt een BV extra kosten met zich mee, zoals notariskosten en kosten voor administratie en accountancy.”
Hoewel een BV meer bescherming biedt voor het privévermogen van de ondernemer, brengt het ook meer verplichtingen met zich mee. “Uiteindelijk hangt de keuze voor een rechtsvorm sterk af van de persoonlijke situatie van de ondernemer.”